Het hoofdkantoor van Liander ligt dan wel in Arnhem, het gebouw in Duiven is hun paradepaardje. Dat was echter niet altijd zo. Want voor de verbouwingen van het pand in 2015, was het nog een ongezellig en kil jaren ‘80 gebouw. Nu ziet het er meer uit als een futuristisch gebouw dat elk moment zou kunnen opstijgen als een ruimteschip.

In de wandeltuin

Eugenie Knaap, projectmanager van het bedrijf, vertelt over het atrium, waar vroeger nog parkeerplaatsen waren: “Bij de verbouwing hebben we ervoor gekozen om de parkeerplaatsen tussen de gebouwen weg te halen. In plaats daarvan hebben we alle oude, afhankelijke gebouwen samengebracht onder een groot, golvend dak, met gigantische lichtkoepels met een diameter van wel 22 meter.”

Het weghalen van parkeerplaatsen zorgt niet alleen binnen het gebouw voor meer ruimte. Zo heeft het bedrijf een ruime vergaderzaal met een bijzonder tintje: “We hebben er een enorme vergaderfaciliteit bij in de vorm van een wandeltuin. Vooral in de zomer is dit één van de favoriete plekken om zaken te bespreken met collega’s. Een kleine wandeling naar het vleermuizenhotel, het zwaluwen-resort of een picknick bij het water kan soms effectiever zijn dan uren vergaderen in een kale ruimte.”

Alles anders, maar niets nieuw

Hoewel het gebouw er nu futuristisch en helemaal anders uitziet dan voor de verbouwingen, is er bijna niets nieuw. “De architect heeft zoveel mogelijk van de oude panden gebruikt om te verwerken in het vernieuwde gebouw.” Op het eerste gezicht zou je niet geloven dat het hele gebouw gemaakt is van gerecycled materiaal, maar het is toch echt zo. Eugenie vertelt waar alle materialen vandaan komen.

“Al het hout dat je hier bijvoorbeeld ziet, komt van de afvalverwerker en de atrium-vloer is gestort met het beton van de oude gevels.” Zo zijn ook de lampen gemaakt van oude transformatoren en de plafondplaten zijn voor een groot deel hergebruik.

Woonwijk

Als je tussen de afdelingen loopt, lijkt het bijna alsof je ergens op straat staat in een woonwijk. Er staan binnen lantaarnpalen en bomen en de verschillende afdelingen lijken wel op appartementsblokken. Zelfs de bar in het gebouw lijkt op een stamkroeg waar je met je vrienden na werk iets gaat drinken.

“Vroeger zaten we allemaal in andere gebouwen en zagen we collega’s van andere afdelingen amper. Nu zijn we veel meer samen omdat je in het atrium je koffie haalt en hier zijn de collega’s veel meer met elkaar verbonden. Bovendien kun je nu ook binnenkijken bij de verschillende afdelingen, net zoals bij veel grachtenhuizen.”

De sfeer in het gebouw gaat er hierdoor zeer gemoedelijk aantoe. Dit wordt nog eens versterkt door het feit dat niemand hier een vast bureau heeft. De werknemers gaan zitten op de plek die het best bij de hun activiteit past. “Zo ken ik bijvoorbeeld collega’s die ervan houden om in het atrium te zitten wanneer het zonnetje schijnt. Door de grote dakramen lijkt het dan alsof je in een stadspark aan het werken bent.”

Groene muur, groen kantoor

Typisch aan een stadspark is de natuur, een vijvertje en de bankjes. Dit vind je allemaal terug buiten het gebouw, maar ook in het atrium van Liander. Zo zijn in heel het gebouw 20.000 planten te vinden, die allemaal water krijgen via het regenwater dat wordt opgevangen op het dak. “Dat verklaart ook de golvende vorm van het dak. Het was een heuse karwei voor de architect om dit te doen slagen, maar het is hem uiteindelijk toch gelukt.”, legt Eugenie uit. Wanneer het regent zorgt dit wel voor een hels kabaal in het atrium, vertelt een medewerker. Elk voordeel heeft zijn nadeel zeker?

Naast de planten, zorgen ook de isolatie, de windmolens en zonnepanelen voor het groene imago van het bedrijf. Het is namelijk een passief gebouw dat zelfvoorzienend is. De isolatie, die onder andere gemaakt is van afgedankte uniformen van Liander-monteurs, houdt de warmte in de kantoren en in het atrium vast. Eugenie hoopt dat Liander hiermee andere bedrijven inspireert en dat zo enkele ideeën worden overgenomen.

Foto’s: Justin Livesey