Technologie

Interactive Robotics: Nederlands bedrijf dat robots sociaal maakt

Robots die dansen, met mensen praten of helpen in de klas; je kent de beelden misschien wel. Zonder software doet een robot echter helemaal niets! Joachim de Greeff en het team van Interactive Robotics, zorgen ervoor dat robots wat te vertellen hebben.

Clock 4 min

Een pratend robotje ziet er grappig uit, maar achter de schermen moet er veel gebeuren voor zo’n kleine gesprekspartner z’n mond opendoet. De robot moet een taal begrijpen en spreken, de gesprekspartner verstaan én een antwoord formuleren. Het apparaat moet ook de situatie, en de sociale context goed begrijpen. Interactive Robotics maakt computerprogramma’s in de cloud waarmee de apparaten dit kunnen. Oprichter Joachim de Greeff: “De interactie tussen mensen en robots is héél erg rijk.”

De Greeff: “Interactive Robotics bouwt cloud-based software voor sociale robots, zoals bijvoorbeeld de Robot Interaction Engine. De machines zijn voor de mensen die ermee omgaan de interface, als het ware. De geavanceerde dataverwerking, cognitie en het redeneren van de robot gebeurt allemaal in de cloud.”

Joachim de Greeff van Interactive Robotics.

Robots in de klas

Interactive Robotics ontstond op de TU Delft, waar De Greeff, Koen Hindriks en Joost Broekens in onderzoeksgroepen zaten over kunstmatige intelligentie, sociale robots en mens-robot-interactie. “We merkten dat veel van de geavanceerde technieken, algoritmes en ideeën nauwelijks concreet werden toegepast. Daar kwam het idee achter Interactive Robotics vandaan: het inzetbaar maken van sociale robots voor verschillende doeleinden.”

De software laat robots bijvoorbeeld helpen in de klas, door vragen te beantwoorden, of wiskunde-overhoringen te doen. Daarnaast kan een robot presentaties geven, of optreden als quizmaster. Op dit moment ligt de nadruk bij Interactive Robotics op educatieve doeleinden. “We hadden natuurlijk al affiniteit met het onderwijs, dus besloten we dat dit het eerste toepassingsgebied werd. Via de Robotsindeklas.nl-portal gebruiken verschillende scholen onze software om met robots te kunnen werken.”

Menselijke robots

De liefde voor robots ontstond voor Joachim tijdens het backpacken in Australië. “Ik dacht veel na over technologie, psychologie én filosofie. Wat is intelligentie precies? Kan een robot nadenken zoals een mens dat doet?” De Greeff besloot verder deze richting in te gaan; hij studeerde kunstmatige intelligentie in Utrecht.

Tijdens mijn stage hield ik voor het eerst een robotje vast, tijdens een project om robots onderling een communicatiesysteem te laten ontwikkelen door middel van evolutie. Toen dacht ik aan mens-robot-interactie: robots kunnen van ons leren, door contact te hebben met mensen. Eigenlijk is het werken aan sociale robots een stuk menselijker dan je misschien denkt.”

“Het menselijke aspect van sociale robots vind ik erg interessant, en maakt het vakgebied erg uitdagend. De meeste robots, die grote mechanische armen die in fabrieken werken, werken in een gecontroleerde omgeving. Niemand mag erbij in de buurt komen, omdat dat levensgevaarlijk kan zijn; als er een vogel de fabriekshal in vliegt, wordt de hele fabriek platgelegd.

Wij halen robots juist uit de gecontroleerde omgeving, zodat ze sociale interactie kunnen hebben. In zulke omstandigheden moeten robots kunnen omgaan met situaties die niet 100% te voorspellen zijn. De robot moet de juiste dingen zeggen, maar ook zijn lichaamstaal is belangrijk. Als hij zich té menselijk gedraagt, vinden mensen dat óók weer niet prettig.”

 

Op dit moment heeft Interactive Robotics drie fulltime werknemers. “Verder werken er nog mensen parttime of flex, die bijvoorbeeld programmeren of op locatie workshops geven. We proberen bij Interactive Robotics zo min mogelijk op papier te doen. Om alles te organiseren, plannen, en bereikbaar te zijn, gebruiken we veel software die andere start-ups ook wel kennen. Google Drive, Gitlab, Slack, Jira, etc. De online presence van Interactive Robotics regelen we via websites, Twitter, Youtube, Facebook én LinkedIn. Zelf volg ik op Twitter vooral mensen en organisaties die met onderwijs en/of robotica werken.”

In de wolken

Door de benadering van Interactive Robotics is een stabiele internetverbinding een must voor het bedrijf. “De robots worden aangestuurd vanuit de cloud, dus ze moeten altijd verbinding hebben met het internet. Hoe dit precies gebeurt is niet belangrijk. We werken met wifi, mobiele hotspots; wat er maar voorhanden is; soms gebruiken we zelfs een mobiele telefoon.”

De benodigde aanwezigheid van een internetverbinding is in de praktijk bijna nooit een probleem. “De cloud-benadering lag – zeker in het begin – niet voor de hand. Door ontwikkelingen op het gebied van connectivity en de cloud is er tegenwoordig steeds meer mogelijk, en wordt het steeds meer gemeengoed. Ik denk dat cloud-based werken de toekomst wordt, maar tegelijkertijd is de latency op de nieuwste generatie netwerken zó laag, dat het steeds minder uitmaakt waar processen precies draaien.”

Een probleem waar Interactive Robotics recent nog tegenaan liep was niet het ontbreken van internet, maar juist een overvloed er aan. “Toevallig waren we recent op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling (NOT), waar we toch wel tegen wat problemen aan liepen. Zoals gezegd moeten onze robots verbinding maken met de cloud om te werken. Op een drukke beursvloer, met tientallen verschillende wifi-kanalen was dat wel erg moeilijk. Onze robots moesten zich daar wel eens verontschuldigen omdat ze geen verbinding konden maken. Het overkomt ons bijna nooit, maar in de toekomst kunnen nieuwe technieken als een 5G-netwerk misschien uitkomst bieden in dit soort extreme situaties.”

Je zou de zelfrijdende auto ook kunnen zien als een soort robot
Tweet
Twitter

Een toekomst met robots

Hoewel robots nog steeds futuristische beelden oproepen, à la The Jetsons, Star Wars of Westworld, ziet de toekomst er waarschijnlijk heel anders uit. Vol apparaten die zelfstandig werken en beslissingen nemen, maar op een minder opvallende manier.

“Robots zullen in de toekomst een grotere rol spelen in de maatschappij, maar op ‘robotbutlers’ hoeven we voorlopig nog niet te rekenen. Ik denk dat we steeds meer gespecialiseerde apparaten zien, die één of twee dingen goed kunnen, zoals nu bijvoorbeeld al een robotstofzuiger. Sterker nog: je zou de zelfrijdende auto, waar je tegenwoordig veel over hoort, óók kunnen zien als een soort robot. Verder dan een jaar of tien, vijftien durf ik niet te kijken; op langere termijn weet je nooit welke kant een techniek opgaat.”

Beeld: Shutterstock