Dat zei prins Constantijn in een interview met NU.nl tijdens SXSW in Austin, Texas. Prins Constantijn is nu ambassadeur van de StartupDelta en blijft dat nog een jaar.
Onlangs hoorde hij een een verhaal over ex-topzwemmer Pieter van den Hoogenband, waarin hij vertelde hoe hij zichzelf tot zwemkampioen heeft gemaakt. “In Australië en de VS bestond al een enorme infrastructuur van zwembaden en personal trainers. In Nederland was dat er niet, dus heeft Pieter het om zich heen gebouwd en zichzelf zo kampioen gemaakt.”
Concurreren met Silicon Valley
Voor Constantijn is het succesverhaal ook een inspiratie voor Nederlandse startups. “Het kan dus, we kúnnen concurreren met Silicon Valley. Wij kunnen makkelijk het beste startupecosysteem van Europa worden, maar dan moeten we er wel in geloven en dan moeten alle partijen mee willen werken.”
Constantijn zegt dat Nederland ontzettend goed gepositioneerd is, onder meer qua ligging, klimaat en politiek. “We hebben veel geld, een betrouwbare overheid en grote multinationals. Israël heeft dat bijvoorbeeld allemaal niet.”
Maar Tel Aviv staat wel hoger op de ranglijst van startupsteden. “Omdat ze er daar echt een prioriteit van hebben gemaakt. Daar zijn zowel de overheid, als universiteiten en het bedrijfsleven heel erg bezig met ondernemerschap.”
In Nederland doen we volgens Constantijn van alles wat. “Wij willen op alle fronten meespelen en doen van alles een beetje. Dan is het heel moeilijk om in alles het beste te zijn.” Toch is dat volgens de prins zeker wel mogelijk. Er moet dan echter wel meer ruimte geschept worden voor ondernemerschap.
Strategie
Ook voor ondernemers heeft Constantijn een strategie. “Ik hoor mensen zeggen dat ze de wereld gaan veroveren, maar je moet wel een strategie hebben. Je moet eerst bedenken wat je wilt bereiken, dan bepalen welke stappen je moet zetten.” De prins noemt betalingsbedrijf Adyen daarin als voorbeeld. “Zij begonnen meteen Engelstalig, zochten gelijk buitenlandse investeerders en gingen vroegtijdig naar de VS.”
Constantijn zelf heeft in ieder geval een grote ambitie: hij wil dat Nederland bovenaan de lijst met startuplanden in Europa staat. Momenteel staat ons land op nummer vier en op nummer negentien in de wereld. Volgens hem boeken we echter vooruitgang, al zitten we wel in een spagaat.
“Het gaat goed, maar we moeten concurreren met China en de VS. Daar gebeurt het echt. Als we dat niet doen, dan worden de algoritmen die ons leven bepalen daar geschreven. En dan zijn wij de volgers en de consumenten van wat daar gebeurt. Dat moeten we niet willen. Nederland is toch nog altijd een gidslandje. We zijn het aan onszelf verplicht.”